Windship 2.0 – Scheepvaart van de toekomst
De belangrijkste motivatie voor Ron de Vos om windschepen te ontwerpen is dat hij een steentje wil bijdragen om het risico van klimaatverandering te beheersen. Zestien ontwerpen zijn nu gebundeld in een boek.
De IMO (Internationale Maritieme Organisatie) vraagt om dringend actie te ondernemen om de klimaatverandering en de gevolgen ervan te verminderen. De broeikasgasstrategie van de IMO omvat de ambitie om tegen of rond 2050,broeikasgassen tot NUL te beperken. Kortgeleden is een tusseneis geformuleerd dat er rond 2030 een reductie van 40% moet worden bereikt.
Het idee om een zeilend vrachtschip te ontwerpen ontstond tijdens het schrijven van het boek Nederlandse fregatten en barken (2013) over de technische ontwikkeling van een zeilend vrachtschip in de negentiende eeuw. Ron de Vos digitaliseerde meer dan honderd historische zeil- en lijnenplannen. Een daarvan was de Kosmopoliet III, een Nederlands vrachtschip ontworpen door C. Gips, Dordrecht. Zo het mogelijk zou zijn om dit schip te verbeteren met moderne inzichten en met moderne uitrusting?

Zo ontstond het eerste schip: Windschip I. Daarna volgden er vijftien nieuwe voorontwerpen die vari ren van 350 tot 30.000 ton. De rompen zijn zeer verschillend. De basis van het zeilplan komt van de Duitser Wilhelm Prölß, die het DynaRig ontwikkelde. Daarna stuitte de Vos op een studie van John B. Woodward e.a. van de Universiteit van Michigan in opdracht van de Amerikaanse Maritime Administration. Woodward kwam met het idee van een semi DynaRig. Dit tuig heeft de Vos verder ontwikkeld tot Ron’s Rig.
Ron de Vos, Windships 2.0 Shipping of tomorrow
Prijs 47,50 , te bestellen op www.windschip.nl
Redactioneel commentaar
In het boek Windships 2.0 Shipping of tomorrow laat auteur en ontwerper Ron de Vos zien hoe hij vanuit het eerste ontwerp van 34 meter lengte – een kustvaarder – is gekomen tot de 190 meter lange ‘Windgigant’. De 16 schepen in het boek worden beschreven met tekeningen, technische gegevens en een tekst over het doel van ieder schip.
Ondanks het jarenlange pleidooi van Ron voor de eigentijdse zeilende vrachtvaart, blijft het jammer dat zijn stellingname nog niet in de praktijk getest kon worden. De tuigage is wel al getest: aan boord van het zeilende cruiseschip ‘Maltese Falcon’. En, na lezing van het indrukwekkende dossier, blijven er vragen over.
Voortbouwen op de traditie van scheepsontwerpen uit het verleden geeft weliswaar resultaten die in de praktijk van de vaart getest zijn, maar ontberen de kennis die ontwikkeld is bij het ontwerpen van moderne zeilende superjachten. Zou een Windschip hoger aan de wind varen met een modern onderwaterschip? Bij sommige van de beschreven routes is dat wel nodig. We nemen er nog even het aloude ‘Ocean Passages for the World’ bij.
De route van Nederland naar New York heeft last van westenwind in het Kanaal en voert via de Canarische Eilanden langs de passaat waarmee het Azoren hoog vermeden werd. De grootcirkelroute ‘om de noord’ is veel korter, maar kent tegenwind en ijsgang. Routering wordt voor de zeilende koopvaardij van groot belang. Een aantal kaartjes in het boek geven wat betreft de routering nogal wat vragen. In de oude zeiltijd waren de Paardenbreedtes berucht en het is niet waarschijnlijk dat een moderne zeilkapitein in een windwak wil varen.
Een van de meest interessante schepen is meteen het grootste Windschip; de Windgigant. Met behulp van veel zonnecellen en een schroefasgenerator kan het schip waterstof maken. Het schip vaart totdat de waterstoftanks vol zijn en ontscheept zijn lading in een haven of bij andere schepen die op waterstof varen. Een varende groene energiecentrale; een eigentijdse Vliegende Hollander, dolend op zoek naar wind om groene stroom te maken.
Ron de Vos laat in dit boek zien ‘hoe het kan’, waarvoor alle lof. Hopelijk is er een Nederlandse scheepswerf die zijn droom waarmaakt.


